Empirische en pre-emptive therapie
Adviezen
| Prioriteit | Medicatie | Opmerking | 
|---|---|---|
| 
                                              Medicatie: amfotericine B liposomaal (Ambisome) iv 3mg/kg 1dd  | 
                    
                                               
                          Opmerking: 
                           
                                          SWAB remarks neutropene patiënten met onverklaarde koorts  | 
                  |
| 
                                              Medicatie: caspofungine iv oplaaddosis 70mg, 50mg 1dd  | 
                    
                                               
                          Opmerking: 
                           
                                          SWAB remarks neutropene patiënten met onverklaarde koorts  | 
                  |
| 
                                              Medicatie: amfotericine B liposomaal (Ambisome) iv 3mg/kg 1dd  | 
                    
                                               
                          Opmerking: 
                           
                                          SWAB remarks neutropene patiënten met onverklaarde koorts, mogelijk Zygomycose  | 
                  
Bronnen
Antimicrobiële middelen
De volgende antimicrobiele middelen zijn verwerkt in deze adviezen:
Externe referenties
Categorie
Metadata
            Swab vid: G-8656.2
            Bijgewerkt: 09/02/2020 - 16:55
            Status: Published
          
          
Algemene opmerkingen
Diagnostic-driven (pre-emptieve) therapie gebaseerd op galactomannan screening bij neutropenische patiënten verdient de voorkeur boven empirische therapie. Hiervoor gelden de keuzecriteria zoals vermeld in het hoofdstuk Systemische schimmelinfecties -> Aspergillose -> Invasieve aspergillose met onbekende azol-resistentie.
Intensive care patiënten met onverklaarde sepsis: de indicatie voor empirische therapie bij verdenking op candidemie bij niet-neutropenische patiënten is controversieel. Empirische therapie kan in geselecteerde gevallen worden overwogen. Bij keuze voor empirische antifungale therapie gelden de keuzecriteria zoals vermeld in het hoofdstuk Candidemie.